Honderdduizenden kilo’s kleding gaan door handen van Zwolse vrijwilligers: ‘Ik zie overal mooie dingen’

350.000 kilo textiel komt er jaarlijks binnen bij de kringloopwinkel in Zwolle Zuid. Bij het textielsorteercentrum, achter in de winkel, steken vrijwilligers de handen uit de mouwen en spitten ze elke zak met truien, dekbedovertrekken, jassen en kussens door. Om weer terecht te komen bij winkels in de hele regio. De Stentor loopt een ochtend mee. ,,Ik ben hier zo gelukkig.”

Hop, daar gaat weer een plastic zak op de kop. Vrijwilliger Hannelore Kuperus spit door de kleding, plukt er een fluorescerend veiligheidshesje uit. Kijkt er keurend naar, gooit het in een bak. Dan, vrolijk: ,,Het is één groot verrassingsei, elke zak weer.” Ze grijpt naar een okergeel colbertje, laat het door haar handen gaan. Daarna is een roze giletje aan de beurt. Dagelijks worden hier, in het sorteercentrum, tientallen kilo’s aan textiel uitgezocht.

Vanuit Ommen, Dalfsen, Hasselt, Staphorst (Noggus&Noggus) en Zwolle (Stichting Kringloop Zwolle) komt het textiel in containers binnen. In deze hal inspecteren vrijwilligers en mensen in een zogenaamd ontwikkeltraject elk item. ,,We hadden in 2022 twaalf vrijwilligers, en 32 personen die zo’n ontwikkeltraject volgen”, duidt Lian Meesters, bedrijfsleider van het textielsorteercentrum.

Mensen in zo’n traject zijn mensen, zoals Kuperus, met een afstand tot de arbeidsmarkt. Ook werken er mensen die de Nederlandse taal nog niet goed spreken en leerlingen uit verschillende onderwijsinstellingen. ,,Doel is dat zij doorstromen naar een betaalde functie.” In de grote hal ziet het eruit als een geoliede machine. Iedereen heeft een taak: mensen scheuren zakken open, controleren het textiel, nieten prijskaartjes aan kledingstukken.

Hoe gaat het in zijn werk?

1. De inzameling: twintig containers per week
Lian Meesters wijst naar een grote ijzeren kar vol met zakken en tassen bij de zijingang van de kringloop. Daar kunnen mensen hun herbruikbare textiel heen brengen: van tasjes tot spijkerbroeken en van donzen dekbedden tot truien. Ook kleding uit textielcontainers van andere kringloopwinkels in de regio komt hier terecht. ,,Gemiddeld hebben we vijftien tot twintig containers per week.” Dat komt neer op 350.000 kilogram per jaar.

2. Vlekken en scheuren
Hannelore Kuperus grijpt naar nog een zak vol kleding, legt hem op tafel en scheurt hem open. Ze bekijkt elk kledingstuk. ,,Ik kijk naar vlekjes of scheurtjes, dingen die je op het eerste oog kan zien waardoor textiel niet meer verkocht kan worden.” Alleen als kleding er tiptop uitziet, kan het naar de winkel. ,,De rest wordt op een andere manier gerecycled”, vertelt Meesters. Van jeans wordt bijvoorbeeld isolatiemateriaal gemaakt, van wit textiel garen.

3. Knopen, ritsen, winter- en zomerkleding
,,Als kleding geen scheurtjes of vlekken heeft, gaan we het nauwkeuriger bekijken: is het zomer- of winterkleding, doen de ritsen het nog, zitten alle details er nog op, is het vaal?” zegt Meesters. Kuperus is daar al druk mee bezig. Ze test de rits van een jasje, bekijkt de knoop van een colbertje en gooit het in de bak met winterkleding. ,,Ik neem elke dag wel een kledingstuk mee naar huis”, zegt ze. ,,Ik ben honderd procent vuilnisbakkenras. Zie overal mooie dingen in, hoe lelijk het ook is.” Ze glimlacht. ,,Ik doe hier nu anderhalf jaar vrijwilligerswerk. Ik ben hier zo gelukkig. Tijdens corona moest ik een uitkering aanvragen, zat ik thuis. Het ging helemaal in mijn hoofd zitten. Ik was hier al kind aan huis, zag een bordje op de deur staan dat ze mensen zochten.” Ze schiet in de lach. ,,Ik moest een uitkering krijgen om mijn droombaan te vinden.”

 

4. De prijs: Primark of vintage?
‘Cheap’ staat er op een wit stiftbord achter in de hal. Merken als Pull&Bear en Zara prijken erop. Kledingstukken van die merken komen in de goedkope bakken terecht, met prijzen als 3,50 of 4,50 euro. Ook is er een bord met duurdere merken.

Een dame sorteert kleding op prijs, terwijl een ander prijskaartjes aan de kleding niet. ,,We zien vintage en Primark, echt alles door elkaar”, vertelt Meesters. ,,We zien wel steeds kleding van fastfashionmerken (zoals Primark of Zara, waarbij kleding zo goedkoop en zo snel mogelijk in de winkels ligt, red.) binnenkomen, met nog prijskaartjes eraan.” Eline Westervaarder, van marketing en communicatie, zit knikkend naast haar: ,,Dan weet je: dit is gekocht om te kopen. Fast fasion is sowieso van mindere kwaliteit, en gaat dus veel minder lang mee.”

5. In de winkel: 1-euro-rek en schatkamer
De geprijsde en gekeurde kledingstukken komen terecht in de kringloopwinkels van Noggus&Noggus en Stichting Kringloop Zwolle. De meeste vestigingen hebben een speciaal ‘1-euro-rek’. Hier hangen de allergoedkoopste kledingstukken, die een klein dingetje mankeren. Het is bijvoorbeeld vaal geworden of er zit een klein haakje aan. Westervaarder ziet dat het rek populair is. ,,We zien dat sinds alle crises steeds meer mensen naar de kringloop komen. En slecht rondkomen.”

Ook zijn er twee zogenaamde ‘schatkamers’. Westervaarder: ,,Daar komen de parels van onze kringloop terecht.” En zo wordt alles, of het nou Primark, vintage of kapot is, weer verkocht. Of op een andere manier gerecycled.

 

*Dit artikel is gepubliceerd door De Stentor op 4 maart 2023.